Een data frame of matrix exporteren
Het is erg eenvoudig om een data frame of matrix die zich in R bevindt te exporteren naar een locatie op jouw machine. De eenvoudigste methode is de write.table()
functie. Binnen de write.table()
functie kun je door middel van de parameters aangeven op welke manier de data frame geëxporteerd moet worden. Voorbeelden hiervan zijn de naam van het bestand of het scheidingsteken. In het onderstaande voorbeeld wordt de CP
dataset geëxporteerd als Excel-bestand en als csv-bestand.
# de data frame CP exporteren als csv-bestand met een lijstscheidingsteken
# en zonder rijnummers
write.table(CP, "Consumentenprijzen_bewerkt.csv", row.names = FALSE, sep = ";")
# de data frame CP exporteren als Excel bestand met een lijstscheidingsteken
# en zonder rijnummers
write.table(CP, "Consumentenprijzen_bewerkt.xls", row.names = FALSE, sep = ";")
Het bestand komt terecht in de map die als Working Directory
is ingesteld. Om er achter te komen wat de Working Directory
is, kun je de getwd()
functie gebruiken.
Als je het bestand naar een andere locatie wilt exporteren, geef je dit pad aan in de bestandsnaam Als wij bijvoorbeeld het bestand willen exporteren naar de datasets
map in de Working Directory
, doen we dat als volgt.
write.table(CP, "datasets/Consumentenprijzen_bewerkt.csv", row.names = FALSE, sep = ";")
Het bestand is nu opgeslagen in de map datasets
.
Een Excel-bestand (xlsx) exporteren
Het is ook mogelijk een recenter type Excel bestand te exporteren, een xlsx
bestand. Hiervoor is het nodig om een package te installeren, het xlsx
package.
Om gebruik te maken van dit package, is het nodig dat Java is geïnstalleerd op jouw machine.
Een bestand als xlsx
bestand exporteren gaat als volgt, het is zelfs mogelijk om de naam van de sheet aan te geven.
require(xlsx)
write.xlsx(CP,
"datasets/Consumentenprijzen_bewerkt.xlsx",
sheetName = "Overzicht Prijzen",
row.names = FALSE)